Het is maandagochtend, je wilt koffie kopen bij de bakker en… je bankpas wordt geweigerd. Niet omdat je rekening leeg is, maar omdat geld gewoon niks meer waard is. Alle valuta ter wereld – euro’s, dollars, yen – zijn van de ene op de andere dag waardeloos papier geworden.
Klinkt als science fiction? Misschien. Maar het is wel al eens gebeurd. Kijk maar naar Zimbabwe of Duitsland in de jaren ’20. Alleen nu wereldwijd, en ineens. Wat zou er dan gebeuren? Ik probeer me dat soms voor te stellen, en eerlijk gezegd krijg ik er een beetje buikpijn van.
De eerste paniek: iedereen grijpt wat ze kunnen
De eerste uren zouden pure chaos zijn. Mensen die hun laatste euro’s nog snel willen uitgeven, maar winkels die al weigeren contant geld aan te nemen. Pinautomaten die nutteloos worden, bankmedewerkers die niet weten wat ze moeten zeggen tegen rijen boze klanten.
Ik denk dat veel mensen eerst hun spaarrekeningen zouden checken, alsof het magisch zou helpen. Maar nee – die miljoen euro die je opa had gespaard? Even waardevol als toiletpapier. En speaking of toiletpapier, dat zou waarschijnlijk ineens veel waardevoller worden dan die bankbiljetten.
Supermarkten zouden waarschijnlijk dichtgaan. Niet omdat er geen eten is, maar omdat niemand weet hoe ze moeten betalen. Sommige slimme eigenaren beginnen misschien meteen met ruilen: “Drie broden voor een uur tuinwerk” of zo.
Dag twee: de creatieve oplossingen beginnen
Na de eerste schok gaan mensen nadenken. En weet je wat? Mensen zijn best vindingrijk. Binnen een paar dagen zie je waarschijnlijk de gekste ruildeals. Je buurvrouw ruilt haar zelfgemaakte jam voor een kappersburt. De lokale garage accepteert groenten uit je tuin in ruil voor het repareren van je fiets.
Ik kan me voorstellen dat mensen lijstjes gaan maken: “Ik kan: auto’s repareren, Engels geven, brood bakken. Ik zoek: verse groenten, huishoudelijke hulp, gitaarlessen.” Facebook zou plotseling een gigantische ruilbeurs worden in plaats van een plek voor kattenfilmpjes.
Interessant genoeg zouden vaardigheden ineens superveel waard worden. Die accountant die alleen maar Excel-sheets kan maken? Hmm, lastig. Maar die timmerman die je keuken kan renoveren? Die wordt koning.
Nieuwe vormen van waarde: wat wordt belangrijk?
Na een paar weken ontstaan er waarschijnlijk nieuwe waardesystemen. Eten wordt de nieuwe goudstandaard. Een zak aardappelen is meer waard dan een dure designer handtas. Praktische spullen – gereedschap, kleding, huishoudelijke artikelen – die schieten omhoog in waarde.
En dan heb je nog de lokale “bankiers” die ontstaan. Mensen die bijvoorbeeld honing verzamelen en die gebruiken als ruilmiddel. “Betaal maar in honing-eenheden,” wordt het nieuwe “cash or card?”
Ik vermoed dat gemeenschappen veel hechter zouden worden. Je kunt niet meer anoniem in een grote stad verdwijnen als je afhankelijk bent van je buren voor je dagelijkse behoeften. Plotseling wordt het belangrijk dat de bakker je kent en vertrouwt.
De donkere kant: niet alles wordt beter
Natuurlijk zou het niet allemaal hippie-achtig samenleven worden. Zonder geld verdwijnen ook veel vangnetzen. Hoe betaal je een ziekenhuis? Hoe financier je grote infrastructuurprojecten? Sommige mensen zouden waarschijnlijk hun huis verliezen omdat hypotheken ineens onbetaalbaar worden – of juist helemaal verdwijnen?
En criminaliteit… dat wordt interessant op een zeer donkere manier. In plaats van bankroven krijg je misschien voedselroven. Mensen die tuinen leegplunderen of werkplaatsen overvallen voor gereedschap.
Ik denk ook dat veel moderne gemakken zouden verdwijnen. Internationale handel wordt lastig als je geen universeel ruilmiddel hebt. Geen avocado’s uit Mexico meer, geen elektronica uit China. We zouden waarschijnlijk gedwongen worden om veel lokaler te leven.
De lange termijn: een nieuwe economie ontstaat
Na een paar maanden zouden er waarschijnlijk nieuwe systemen ontstaan. Misschien lokale munten gebaseerd op arbeidsuren: “Deze bon is goed voor 3 uur werk van Jan de elektricien.” Of gemeenschappen die hun eigen ruilsystemen ontwikkelen met punten of credits.
Ik kan me voorstellen dat sommige regio’s terugvallen op oude systemen. Goud en zilver zouden misschien weer belangrijk worden. Of zelfs simpele spullen zoals zout – dat was vroeger ook een betaalmiddel.
Technologie zou ook een rol spelen. Apps die bijhouden wie wat aan wie verschuldigd is. Digitale ruilsystemen zonder traditioneel geld. Blockchain-achtige systemen maar dan voor erwten en worsten in plaats van Bitcoin.
Persoonlijke impact: hoe zou jij overleven?
Ik vraag me wel eens af: zou ik het redden? Mijn vaardigheden zijn vooral digitaal, maar zonder betalingssystemen hebben websites en apps weinig zin. Ik zou waarschijnlijk moeten leren tuinieren of iets handigs doen.
Plotseling worden dingen als een moestuin, een werkplaats in je garage, of de vaardigheid om kleren te repareren enorm waardevol. Mensen die nu worden weggezet als “ouderwets” – zoals die buurman die altijd zijn eigen groente kweekt – die worden ineens de helden van de buurt.
Zou het zo slecht zijn?
Vreemd genoeg denk ik dat sommige aspecten van zo’n wereld best prettig zouden zijn. Minder stress over geld, meer directe menselijke verbindingen, waardering voor echt nuttige vaardigheden in plaats van financiële trucs.
Maar aan de andere kant… ik hou wel van mijn comfort. Centraal verwarming, internet, restaurants waar je spontaan kunt eten. Die luxe zouden we waarschijnlijk verliezen, in ieder geval tijdelijk.
Het grappige is dat geld eigenlijk gewoon een afspraak is. We hebben allemaal besloten dat die gekleurde papiertjes en digitale cijfertjes iets waard zijn. Als we die afspraak opzeggen, moeten we nieuwe afspraken maken. En misschien, heel misschien, maken we dan betere keuzes over wat echt waardevol is in het leven.
Persoonlijk hoop ik dat het nooit gebeurt. Maar als het wel zo zou gaan… nou ja, dan leer ik maar brood bakken. Dat zal altijd in trek blijven.